2017 – Rapport Steven Laureys
Plechtige uitreiking van de Francqui-Prijs door Zijne Majesteit Koning Filip
in het Paleis der Academiën op 13 juni 2017
Loopbaan – Werk – Jury verslag
Steven Laureys
Loopbaan
Steven Laureys (Leuven, 1968) groeit op in Hoeilaart, een gemeente nabij Brussel. Reeds op jonge leeftijd droomt Laureys, zoon van een garagist en een verkoopster van kinderkleding, ervan om arts te worden. Als tiener is hij al gefascineerd door de grote levensvragen. Waar komt materie vandaan? Hoe komt het dat materie levend wordt? En vooral: wat maakt dat levende materie een bewustzijn krijgt?
Na zijn studies aan het toenmalige Sint-Jozefcollege in Overijse trekt hij in 1986 naar de Vrije Universiteit Brussel (VUB) om er geneeskunde te studeren. Daarbij loopt hij stage in Zuid-Afrika aan de afdeling neurochirurgie in het Stellenbosch universitair ziekenhuis Tygerberg, te Kaapstad (1993). Nadat hij in 1993 afstudeert in de geneeskunde (VUB) met grote onderscheiding, start hij zijn klinische training in de neurologie aan het universitair ziekenhuis van de VUB. Tegelijkertijd behaalt hij een master in de Farmaceutische geneeskunde (1997).
Na een passage aan de universiteit van Cambridge (1996), begint hij aan de universiteit van Luik aan een doctoraat waarin hij de basis zal leggen voor zijn latere onderzoek naar comapatiënten. Hij bestudeert de menselijke slaap door op PET- en EEG-scans te kijken hoe de hersenen reageren nadat radioactief water en suiker in de aderen van de proefpersonen werden ingespoten. Zijn onderzoek wordt door de jury beloond met de grootste onderscheiding (ULg 2000). Later wordt Laureys eveneens erkend in palliatieve zorg (ULB/ULg/UCL 2004) en geaggregeerd voor het hoger onderwijs (ULg 2007).
Vandaag is Laureys enerzijds aan het werk als klinisch professor, verbonden aan de dienst neurologie van het universitair ziekenhuis Sart-Tilman van Luik (sinds 2008), anderzijds is hij als onderzoeksdirecteur van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek van de Franstalige Gemeenschap (FRS-FNRS) verbonden aan het GIGA Onderzoekscentrum van de universiteit van Luik (sinds 2007). Laureys blijft zo wetenschappelijke en klinische expertise combineren in zijn carrière en gelooft sterk in deze wisselwerking.
Doorheen zijn loopbaan zet Steven Laureys zich in om de afstand tussen onderzoeksdisciplines, faculteiten, universiteiten, zorgcentra en taalgemeenschappen te verkleinen en vruchtbare samenwerkingen op nationaal en internationaal niveau op te zetten. In die geest richt hij onder meer in 2006 de ‘Coma Science Group’ op, een gerenommeerde transdisciplinaire en internationale groep aan het universitair ziekenhuis van Luik. Vandaag telt de groep een 30-tal leden. In samenwerking met de universiteit van Cambridge en met het Weill Cornell Medisch Centrum New York, tracht dit team de medische verzorging en de kennis van bewustzijnsstoornissen zoals coma, vegetatieve status (door Laureys herdoopt tot “niet-responsief waaksyndroom”), minimale bewustzijnsstatus en locked-in-syndroom die het gevolg zijn van een acuut hersenletsel te verbeteren. Laureys stichtte in Luik een internationaal erkende school, de ‘GIGA Consciousness’ groep die de pathologische, farmacologische en psychologische modificaties van menselijke perceptie en bewustzijn bestudeert.
Balancerend op de rand van leven en dood, weekt zijn werk reacties los bij mensen van uiteenlopende filosofische en religieuze strekkingen. Maar Laureys schuwt de sociale, juridische, politieke en ethische implicaties van zijn werk niet. Hij treedt onder meer op als expert op de Pauselijke Academie van Wetenschappen en voor het Leven (2004), het Amerikaans Congres (2006), FOD Volksgezondheid (2006) en gaat op de universiteit van Straatsburg in dialoog met de Dalai Lama (2016). Sinds 2013 is hij ambassadeur van de Belgian Brain Council en hij is eveneens lid van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek (2014-2018) waar hij als neuroloog en neurowetenschapper advies verleent over kwesties inzake biologie, geneeskunde en gezondheidszorg.
Niet enkel binnen academische -, medische- en beleidskringen vraagt Laureys aandacht voor mensen met hersenletsels en bewustzijnsstoornissen, ook het grotere publiek wil hij bewust maken van deze problematiek. Als didactisch spreker verschijnt hij zeer regelmatig in binnen- en buitenlandse media en geeft veel bekeken Ted-x talks waarin hij onder andere een lans breekt voor orgaandonatie. In 2013 verschijnt bij uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts ‘Ons briljante brein’, een toegankelijk boek over de grenzen, maar vooral over de wonderlijke kracht van onze hersenen.
Laureys mag tijdens zijn loopbaan verscheidene prijzen in ontvangst nemen waaronder de William James-prijs van de Association for the Scientific Study of Consciousness (2004), de Cognitive Neuroscience Society Young Investigator Award (2007) en de Blaise Pascal medaille van de European Academy of Sciences (2012). In 2014 wordt hij ook uitgenodigd om een jaar de Francqui-leerstoel aan de universiteit van Namen te bekleden.
Steven Laureys is gehuwd met de Canadese neuropsychologe Vanessa Charland-Verville (35) die eveneens werkt aan het universitair ziekenhuis van Luik en lid is van de Coma Science Group. Samen verwachten ze een baby die dochter Clara (18) en zonen Hugo (16) en Matias (12) zal vervoegen.
* * *
Werken
Wanneer Steven Laureys eind jaren ‘90 zijn eerste stappen zet in de wereld van de neurologie, blijkt het onderzoek naar coma zelf comateus geworden. Reeds van jongs af aan gefascineerd door vragen omtrent het menselijk bewustzijn, beslist hij dit onderzoeksdomein nieuw leven in te blazen en zich toe te leggen op de studie van de werking van de hersenen bij patiënten met ernstige bewustzijnsstoornissen zoals coma, vegetatieve status (door Laureys herdoopt tot “niet-responsief waaksyndroom”), minimale bewustzijnsstatus en locked-in-syndroom. In de twintig daaropvolgende jaren rijgt Laureys samen met zijn team de ontdekkingen aan elkaar. Zijn multimodale evaluatie van het bewustzijn van patiënten met ernstige hersenschade is van belangrijke medische, wetenschappelijke en ethische waarde.
Laureys’ onderzoek kent vier aspecten:
Gedragsbeoordeling
Enerzijds doet Laureys klinische studies van het bewustzijn met behulp van specifieke en gevalideerde klinimetrische evaluatieschalen. Op basis hiervan toont Laureys’ team in 2009 aan dat maar liefst 40 procent van de patiënten die in een zogenaamde “vegetatieve” coma verkeren eigenlijk (minimaal) bewust is; een vaststelling met ontzettende therapeutische, ethische en juridische implicaties. Laureys’ team toont ook aan dat oogvolgbewegingen het best worden bestudeerd door gebruik te maken van een bewegende spiegel in plaats van een bewegend voorwerp.
Elektrofysiologische studies
Anderzijds doet Laureys elektrofysiologische studies door middel van metingen van de elektrische activiteit van de hersenen, met name geëvoqueerde potentialen en elektro-encefalogram gekoppeld aan transcraniële magnetische stimulatie.
Functionele neurobeeldvorming
Verder maakt Laureys’ Coma Science Group gebruik van functionele neurobeeldvorming door middel van PET-scans (scantechniek die nagaat waar ingespoten radioactief materiaal zich opstapelt in het lichaam) en MRI-scans (scantechniek op basis van magnetische golven). Laureys’ vroege PET-studies tonen aan dat niet de globale hersenactiviteit een teken is van het al dan niet aanwezig zijn van bewustzijn, maar dat sommige delen in de hersenen belangrijker lijken te zijn dan andere voor het ontstaan van perceptie en gedachten. Hij bestudeert eveneens uitvoerig of niet-responsieve en minimaal responsieve patiënten pijn kunnen lijden. Op basis van zijn resultaten bepleit hij het recht van deze patiënten op pijnstillers en palliatieve zorgen.
Één van Laureys’ belangrijkste ontdekkingen is ongetwijfeld dat er in het brein niet één, maar twee bewustzijnsnetwerken zijn – een extern bewustzijnsnetwerk (over de omgeving) en een intern bewustzijnsnetwerk (over onszelf). Beide zijn verbonden met een diepe hersenkern. Het brein switcht automatisch tussen deze twee netwerken. Wanneer deze uitvallen, is er geen bewustzijn meer, ook al kan de persoon nog ademen en bewegen. Dankzij deze ontdekking hebben we niet alleen meer inzicht verkregen in het neurale netwerk van bewustzijn, deze bevindingen hebben ook klinische implicaties: ze worden gebruikt om kansen op herstel beter te voorspellen en mogelijke nieuwe behandelingen te testen.
In zijn onderzoek van mensen met minimale bewustzijnsstoornissen zal Laureys ook intens gebruik maken van emotioneel geladen stimuli. Het zien van het eigen gezicht in een spiegeltje of het horen van je favoriete muziek of de eigen naam blijkt namelijk een grotere hersenactiviteit teweeg te brengen dan gewone stimuli, dit laatste wordt in de psychologie “The cocktail party effect” genoemd: op een feestje zal je tussen al het kabaal door toch je eigen naam horen.
In samenwerking met de universiteit van Cambridge ontwikkelt Laureys’ team eveneens een nieuw fMRI-paradigma dat de gedachten van niet-communicatieve patiënten ontrafelt door hen tijdens de scan ingebeelde taken te laten doen. Communiceren met patiënten die niet kunnen praten wordt mogelijk door hen vragen te stellen waarbij ze vervolgens in geval van “ja” aan een sport moeten denken en bij “neen” aan naar huis wandelen. Afhankelijk hiervan zullen bepaalde delen oplichten in de hersenen. Zijn team deed tevens studies bij gezonde vrijwilligers wiens bewustzijn met anesthesie of hypnose gealterneerd werd om op basis van deze informatie beter de overblijvende hersenactiviteit van coma overlevers te begrijpen.
Ethische aspecten
Tot slot is Laureys als gedreven humanist ook begaan met de ethische vragen en sociale uitdagingen die patiënten in coma en aanverwante condities stellen. Zo lanceert hij een Europees initiatief om de term “vegetatief”, die een negatieve connotatie heeft, te vervangen door de meer neutrale en beschrijvende term “niet-responsief waaksyndroom”. Ook in het debat omtrent levensbeëindiging na coma is hij actief aanwezig, in de hoop het debat op die manier te rationaliseren met wetenschappelijk onderbouwde gegevens. Maar bovenal toont hij zich een fervent en charismatisch pleitbezorger van het recht op betere levenskwaliteit en zorg voor patiënten met hersenletsels en chronische bewustzijnsstoornissen.
* * *
Jury verslag (2 mei 2017)
The 2017 Francqui Prize in Biological and Medical Sciences is awarded to Steven Laureys for his seminal contributions to our understanding and diagnosis of disorders of consciousness. The medical community has long recognized the ability of severe traumatic brain injury to produce a form of chronic coma state characterized by a lack of awareness or responsiveness – traditionally referred to as a “vegetative state”. Affected individuals were generally thought to have an extremely poor prognosis and to be without any level of conscious perception.
Through an elegant line of inquiry leveraging a range of behavioral, electrophysiological, neuroimaging and neuromodulation approaches, Dr.Laureys’ work has directly led to the realization that as many as 40% of individuals in a vegetative state actually do retain some level of consciousness. Some of these individuals appear to perceive pain, forcing a greater consideration of the administration of analgesics during interventions. Perhaps most important, while some of these individuals demonstrate no behavioral signs of conscious awareness, his neuroimaging work shows that they are in fact able to modulate brain activity in response to instructions.These findings have tremendous implications for our understanding and clinical management of disorders of consciousness, and have resulted in changes in both the nomenclature and diagnosis for this domain of neurological illness. Equally important, his work has informed our thinking regarding ethical and legal issues surrounding the rights of affected individuals and legal decision-making regarding their chronic treatment and end-of-life issues.
Most recently, Dr. Laureys and his collaborators have begun to evaluate novel strategies for the treatment of disorders of consciousness. A range of pharmacological and transcranial stimulation approaches are being tested, with initial results suggesting an ability to improve awareness in affected individuals.
Collectively, Dr. Laureys’ work has transformed our understanding of disorders of consciousness, and substantially improved their diagnosis and management.
In deze jury zetelden :
Professor Dr. J.C. Hans Clevers, MD PhD – 2013 Breakthrough Prize in Life Sciences, Louis-Jeantet Prize
Hans Clevers is Professor of Molecular Genetics at the Utrecht University, director Research of the Princess Maxima Center for pediatric oncology since June 1, 2015 and past-President of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences. He is the recipient of several awards. He is member of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (2000), of the American Academy of Arts and Sciences (2012), of the National Academy of Sciences of the USA (2014), of the Academie des Sciences (2017) and of the Orden Pour le Mérite für Wissenschaften und Künste (2017). He is Chevalier de la Legion d’Honneur since 2005, and Knight in the Order of the Netherlands Lion since 2012.
Voorzitter
en
Professor Michael F. Clarke MD
Michael F. Clarke, MD is a Professor of Medicine and Stanford University. He is the Karel and Avice Beekhuis Professor in Cancer Biology and the Associate Director, Stanford Institute for Stem Cell Biology and Regenerative Medicine.
Dr. Clarke was the first to isolate and characterize cancer stem cells from solid cancers including breast cancer and has identified critical regulators of normal and cancer stem cell functions. These discoveries have implications for the treatment of both cancer and degenerative diseases. Recent findings have led to new treatment algorithms that will result in increased survival of patients with early stage colon cancer.
Professor Dr. Kurt Konhauser
Kurt O. Konhauser is a Professor of Geomicrobiology at the University of Alberta. He is Editor-in-Chief for the journal Geobiology, and author of the textbook Introduction to Geomicrobiology. His research focuses on the role of microbes in metal binding and forming minerals to describing the biogeochemical processes controlling elemental cycling in oceans through time.
Professor Dr. Michael P. Milham MD PhD
Dr. Milham is the Phyllis Green and Randolph Cowen Scholar and the Founding Director of the Center for the Developing Brain at the Child Mind Institute in New York; He is also the Director of the Center for Biomedical Imaging and Neuromodulation at the Nathan S. Kline Institute for Psychiatric Research. Dr. Milham has expertise in cognitive neuroscience, brain imaging, open science and psychiatry. His work has led him to be identified as one of Thomson Reuters Highly Cited Researchers (top 1 percent) for Neuroscience and Behavior in each of the past three years (2014-2016).
Professor Sir Peter Ratcliffe MD – Nobel Prijs Geneeskunde 2019
Originally a nephrologist, Peter Ratcliffe became fascinated by the mechanism by which kidneys regulate erythropoietin in accordance with blood oxygen carrying capacity, and in 1989 founded the Oxford Hypoxia Biology Laboratory. The work led to the discovery and elucidation of mechanisms of oxygen sensing in human and animal cells that control a wide range of cellular and systemic responses to hypoxia. From 2004 – 2016 Professor Ratcliffe held the Nuffield Chair of Clinical Medicine in Oxford University. He is currently Director of Clinical Research at the Francis Crick Institute, London and Director of the Target Discovery Institute at the University of Oxford. He was knighted for services to clinical medicine in 2014 and has won many awards for his work on oxygen sensing mechanisms, including the 2016 Lasker Award for Basic Biomedical Science.
Professor David A. Relman, MD
David A. Relman, M.D., is the Thomas C. and Joan M. Merigan Professor in the Departments of Medicine, and of Microbiology and Immunology at Stanford University, and Chief of Infectious Diseases at the Veterans Affairs Palo Alto Health Care System in Palo Alto, California. He is also Co-Director of the Center for International Security and Cooperation and Senior Fellow at the Freeman Spogli Institute for International Studies at Stanford University.
Professor Dr. Roland J. Siezen
Professor Roland Siezen received his PhD in biochemistry from the University of Groningen, the Netherlands, and was a postdoctoral fellow at Scripps Institution of Oceanography, La Jolla (1974-1975), University of Nijmegen (1975-1977), Australian National University, Canberra (1977-1983), and MIT, Cambridge (1983-1986). He was then head of various departments at NIZO food research, the Netherlands (1986-2000) before becoming Professor of Bacterial Genomics at Radboud University, Nijmegen. His research focused on bioinformatics and comparative genomics of bacteria. In 2011 he founded the start-up Microbial Bioinformatics, providing similar services to industrial partners.
Professor Charles Swanton MD PhD FRCP FMedSci
Professeur Charles Swanton completed his MDPhD in 1999 at the Imperial Cancer Research Fund Laboratories and Cancer Research UK clinician/scientist medical oncology training in 2008. Charles combines his laboratory research at the Francis Crick Institute with clinical duties focussed on biological mechanisms of cancer drug resistance. Charles was made Fellow of the Royal College of Physicians in April 2011 and Chair in Personalised Cancer Medicine and Consultant Thoracic Medical Oncologist at UCL Hospitals in November 2011. Charles is the Chief Investigator of the CRUCK TRACERx lung cancer evolution study and was awarded the Royal College of Physicians Goulstonian lecture and Graham Bull Prize for Clinical Sciences in 2013, Fellow of the European Academy of Cancer sciences in 2013, and Fellow of the Academy of Medical Sciences in 2015. Charles was awarded the Jeremy Jass Prize (2014) , Stand up to Cancer Translation Cancer Research Prize (2015), Glaxo Smithkline Biochemical Society Prize in recognition of distinguished research leading to new advances in medical science and the Ellison-Cliffe Medal and Lecture, Royal Society of Medicine (2016). Charles was appointed Napier Professor in Cancer by the Royal Society in 2016.
Professor Alec Vahanian Poghossian MD
Alec Vahanian studied medicine at University Paris VI becoming a Doctor of medicine in 1972. He became a Professor of Cardiology in 1988 and was made head of the cardiology department at Tenon Hospital then Bichat hospital Paris since 1994. His special research interests are in valvular heart disease and interventional cardiology. He is a member of the Board of the European Society of Cardiology, Chairman of the European Observational Registry Programme .He was chairman of the 2007 and 2012 ESC/EACTS Task Force and Valvular Heart Disease. He is also a member of the French Society of Cardiology and former President of the French Federation of Cardiology. Alec Vahanian is associate editor of the European Heart Journal and EuroIntervention. He is the author of over 400 articles in peer-reviewed journals and has given over 600 invited lectures at National & International congresses.
Professor Fiona Watt obtained her first degree from Cambridge University and her DPhil, in cell biology, from the University of Oxford. She was a postdoc at MIT, where she first began studying differentiation and tissue organisation in mammalian epidermis. She established her first research group at the Kennedy Institute for Rheumatology and then spent 20 years at the CRUK London Research Institute (now part of the Francis Crick Institute). She helped to establish the CRUK Cambridge Research Institute and the Wellcome Trust Centre for Stem Cell Research and in 2012 she moved to King’s College London to found the Centre for Stem Cells and Regenerative Medicine.
* * *
Toespraak van Graaf Herman Van Rompuy
Voorzitter van de Francqui-Stichting
Elke geoefende spreker tracht een verband te zoeken met het voorwerp van zijn toespraak. Met Steven Laureys was dat niet moeilijk. Hij is afkomstig van een buurgemeente – Hoeilaart – van mijn eigen dorp. Hoeilaart ligt evenwel aan de andere zijde van het prachtige Zoniënwoud. Het eeuwenoude bos verbindt ons.
De internationale jury houdt geen rekening met onze interne Belgische evenwichten die we zo graag in stand houden. Onze laureaat komt uit het katholiek secundair onderwijs, studeerde aan de VUB en doceert in Luik. Het is haast niet mogelijk een evenwichtiger parcours af te leggen. Onbewust heeft de jury een gelukkige hand gehad in haar voorstel.
Je remercie d’ailleurs le jury pour son travail remarquable. Cette année aussi de grands scientifiques de réputation internationale sont venus à Bruxelles pour proposer un autre grand scientifique pour le Prix Francqui. Je remercie très particulièrement le Prof. Hans Clevers de l’université d’Utrecht pour sa présidence.
La Fondation Francqui est en très bon état. La preuve en est que nous pourrons accueillir le Prof. Désiré Collen dans notre conseil d’administration en plus de son soutien financier exceptionnel afin de soutenir nos activités dans le domaine de la biologie et la médicine. Notre Fondation sera encore mieux en mesure de valoriser notre potentiel scientifique national – la base du progrès humain et économique. Nous travaillons pour tous nos universités de toutes nos communautés, ce qui est unique pour notre pa
Professor Steven Laureys is een jongen van hier maar tegelijk een wereldautoriteit op vlak van onderzoek naar coma en bewustzijnsstoornissen. Zijn research is baanbrekend inzake de diagnose, de prognose en de behandeling van hersenletsels en bewustzijnsstoornissen. Dit heeft geleid tot de vastelling dat maar liefst 40 pc van de patiënten die na een coma in de zgn. vegetatieve status eigenlijk nog – zij het minimaal – bewust is. Deze personen kunnen dus nog emoties hebben en pijn lijden. Maar het werk van Prof. Laureys heeft ook ertoe geleid dat men de kans op herstel beter kan voorspellen. Deze haast revolutionaire bevindingen zijn ook groepswerk en komen voort uit een interdiciplinaire aanpak.
Je tiens à féliciter l’université de Liège, son recteur et toute l’équipe du ‘Coma Science Group’ pour leur soutien et leur coopération.
Dergelijke bevindingen hebben een weerslag op ons denken over de mens. Het is typisch voor Prof. Laureys dat hij zijn technisch vernuft laat samengaan met een personalistische en humanistische overtuiging. Een mens is vanaf dit onderzoek nooit meer een plant maar een mens die zich in een ‘niet-responsieve toestand’ bevindt. Het bewustzijn maakt trouwens de mens uniek. ‘L’animal fait UN avec la nature, l’homme fait DEUX. Il s’est arraché; il est dénaturé’ zei Vercors ooit. Omdat hij gedenatureerd kan zijn, kan hij niet gedeshumaniseerd zijn. Het bewustzijn waardoor we afstand kunnen nemen, in verschillende graden, maakt ons onderscheiden van de rest van de levende wezens. Het onderzoek van Steven Laureys maakt ons nog voorzichtiger bij het beoordelen over wie we zijn of wie we nog zijn. Het roept ook gewetensvragen op bij artsen en bij ons allen. Het maakt onze keuzen nog delicater. De wetenschap lost geen ethische vragen op maar stelt er telkens nieuwe.
Le travail de notre lauréat ne se limite pas à la recherche en tant que telle mais il est à la recherche du mystère humain. Il aide à faire reculer le mystère. Mais chaque fois cela nous mène vers de nouvelles interrogations. Même si on n’a pas de réponses ou de réponses satisfaisantes ou consensuelles, le simple fait que nous devons abandonner nos préjugés ou nos opinions bien ancrées est un progrès humain en soi. On avance en se posant de nouvelles questions. De plus en plus on sera dans ‘uncharted waters’ et dans ‘undiscovered lands’. Toutes ces interrogations doivent partir du profond respect pour l’être humain, pour la personne humaine. Sans ce respect on risque de déshumaniser. Cela n’arrivera pas au Prof. Laureys. D’ailleurs il écrit sur ses recherches et ses questions pour le grand public. Il possède ce charisme de la communication et ce sens du devoir. Dans ce sens il est un ‘uomo universale’ moderne.
We leven in een bevoorrechte tijd waarin we nooit als voorheen in de geschiedenis onze kennis van mens en natuur zien vooruitgaan. We moeten erover waken dat gepaard te laten gaan met menselijke vooruitgang. We moeten steeds grotere gentle-man en gentle-women worden. Heden ten dage is er discrepantie aan het groeien tussen wetenschappelijke vooruitgang en elementaire waarden als het respect voor de waarheid, voor de feiten, voor de fundamentele gelijkheid onder mensen, voor de erkenning van onze vrijheden, voor samenhorigheid en rechtvaardigheid. De leugen is geen deugd! Indien deze morele waarden geen gelijke tred houden met de vooruitgang van de kennis, komen we terecht in nieuwe vormen van onverdraagzaamheid en van geweld. Het is niet alleen het terrorisme dat ons bedreigt. We moeten trouw blijven aan de kern van onze Europese beschaving en cultuur. Prof. Laureys plaatst zich in die grote traditie. Uit dat hout zijn de grote wetenschappers van alle tijden gesneden.
Nos universités doivent rester le bouclier du respect de la vérité et des vérités. Nous ne pouvons tomber dans ‘la trahison des clercs’ face aux dangers qui menacent nos valeurs. Nos universités et nos universitaires doivent enseigner et rechercher mais ils doivent aussi témoigner. Nos universités ne peuvent être les prisonniers de critères quantitatifs ou ne peuvent trop se plier aux lois du marché et de l’argent. Bien sûr on connaît tous les contraintes de la vie en société. Mais il faut rester indépendant, libre et engagé. Je suis convaincu que dans un tel climat d’ouverture le travail purement scientifique sera encore plus créatif. Il n’y a pas de contradiction entre un travail dans un laboratoire ou dans d’autres endroits et cet attachement à la liberté et à l’engagement. Steven Laureys est un grand exemple pour beaucoup.
Ik laat het aan de laureaat zelf te spreken over zijn werk. Ik zal ‘un regard intelligent’ hebben ‘mais seulement un regard’. Ik kan die lang volhouden mocht het mij te ingewikkeld worden maar ik ben zeker dat het met de vulgarisator die Prof. Laureys is, niet nodig zal zijn.
Een klein land kan alleen groot zijn door zijn mensen.
Notre lauréat nous fait oublier que notre pays est géographiquement petit. Le Prix Francqui lui donne un rayonnement européen et international bien mérité.
* * *